WKO

Steeds meer gebouwen worden verwarmd en gekoeld door een Warmte Koude Opslag. In de praktijk wordt dat een ‘WKO’ genoemd. De wettelijke term voor WKO-systemen is ‘Bodemenergiesystemen’. WKO is een systeem waarbij gebruik wordt gemaakt van de bodemtemperatuur om gebouwen te verwarmen of te koelen. Een WKO-systeem is duurzaam en leidt tot een vermindering van de uitstoot van CO2.

Wat is een WKO-installatie
Bij een WKO wordt warmte en koude opgeslagen in een watervoerende zandlaag in de bodem. Deze bevindt zich in de regel op 30 tot 150 meter diepte. Deze watervoerende zandlaag wordt een ‘aquifer’ genoemd. In deze aquifer wordt een zogenoemde ‘doublet’ met minimaal één koude en één warme bron aangelegd. Wanneer er vraag naar koude is, wordt uit de koude bron grondwater opgepompt. Dit koude wordt met een warmtewisselaar afgestaan aan de gebouwinstallatie. Datzelfde gebeurt ook indien er vraag is naar warmte. In dat geval wordt er grondwater opgepompt uit de warme bron en met een warmtewisselaar aan de gebouwinstallatie afgegeven. Door het onttrekken van koude, warmte het opgepompte grondwater op, waarna het wordt geïnfiltreerd in de warme bron. Wanneer er warmte wordt onttrokken, gebeurt hetzelfde alleen dan andersom.

Gesloten en open systeem
Bij een WKO moet onderscheid gemaakt worden tussen een gesloten en een open systeem. Bij een open systeem wordt – zoals hierboven uitgelegd – grondwater onttrokken en opgewarmd grondwater na gebruik terug in de bodem geïnfiltreerd.

Bij een gesloten systeem wordt vloeistof in buizen door de bodem geleid. Het water komt dan niet in direct contact het grondwater. Deze systemen zijn ook bekend als ‘bodemwarmtewisselaar’.

Vergunningplicht
De eisen die gesteld worden aan een WKO zijn geregeld in de Waterwet en de Wet Milieubeheer. Daarnaast gelden er enkele Besluiten. Afhankelijk van het soort WKO geldt er een vergunningplicht of meldingsplicht.