Zonnepanelen

Ook voor het plaatsen van zonnepanelen kan het omgevingsrecht een rol spelen. In sommige gevallen is namelijk een omgevingsvergunning nodig. Wanneer aan de volgende vereisten is voldaan is in principe geen omgevingsvergunning bouwen vereist:

  • Het zonnepaneel moet op een dak worden geplaatst;
  • Het paneel moet een geheel vormen met de installatie voor het opwekken van elektriciteit. Als dat niet het geval is, dan moet de installatie in het betreffende gebouw worden geplaatst.
  • Komt het zonnepaneel op een schuin dak, dan geldt dat:
          1. Het paneel niet mag uitsteken en dus aan alle kanten binnen het vlak van het dak moet blijven.
          2. Het paneel in of direct op het dakvlak moet worden geplaatst.
          3. De hellingshoek van het paneel hetzelfde moet als die van het dakvlak waarop het staat.
  • Komt het paneel op een plat dak, dan geldt dat het paneel ten minste net zo ver verwijderd moet blijven van de dakrand als het paneel groot is.

Vergunningsvrij betekent niet dat er vervolgens geen regels meer gelden. De regels uit het bouwbesluit en het buren recht gelden gewoon.

Indien niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, is een vergunning voor de activiteit bouwen vereist. Die vergunning kan bij de gemeente worden aangevraagd.

In de praktijk kan discussie ontstaan over de vraag of een zonnepaneel roerend of onroerend is. Vaak spelen dan discussies over natrekking. Om te voorkomen dat zonnepanelen door natrekking onroerend zijn, is het raadzaam om [bijvoorbeeld] een opstalrecht te vestigen.