Verplicht energielabel-C voor kantoorgebouwen vanaf 1 januari 2023

energielabel

Verplicht energielabel-C voor kantoorgebouwen vanaf 1 januari 2023

Wijziging Bouwbesluit 2012

Vanaf 1 januari 2023 moeten kantoorgebouwen groter dan 100m2 verplicht beschikken over een energielabel-C. Zonder een geldig energielabel-C is het vanaf voornoemde datum verboden een kantoorgebouw in gebruik te nemen of te gebruiken. Als dat niet het geval is, is sprake van een overtreding en kan er door het bevoegd gezag, oftewel het college van B&W van de gemeente worden gehandhaafd.

Welke kantoorgebouwen vallen onder de labelplicht?

De labelplicht geldt voor gebouw of gedeelte daarvan met uitsluitend een of meer kantoorfuncties en nevenfuncties daarvan. Een kantoorgebouw kan dus zijn een afzonderlijk gebouw maar ook deel zijn van een groter gebouw, bijvoorbeeld een gebouw met in de plint winkels en horeca en daarboven kantoren. De labelplicht C geldt alleen voor de kantoren. Met kantoorfuncties wordt gedoeld op een gebruiksfunctie voor administraties. Hierbij geldt de label C-plicht voor het hele kantoorgebouw inclusief de nevenfuncties. Een nevenfunctie is een gebruiksfunctie die ten dienste staat aan een andere gebruiksfunctie. Bij dit laatste kan bij een kantoorgebouw gedacht worden aan bijvoorbeeld een bedrijfsrestaurant.

Het begrip kantoorgebouw is dus vrij ruim maar er zijn uitzonderingen op de labelplicht. Dit onder meer als sprake is van een ‘ondergeschikt’ kantoor (gebruiksoppervlakte aan kantoorfuncties van minder dan 50m2) en een ‘kleiner’ kantoor (gebruiksoppervlakte aan kantoor- en nevenfuncties van minder dan 100m2. Ook is er voorzien in een hardheidsclausule.

Wie moet aan de labelplicht voldoen?

Dat is de ‘gebruiker’ van het kantoorgebouw.  Wie daarmee is bedoeld is niet gedefinieerd. Uitgangspunt is dat het ziet op de eigenaar van het kantoorgebouw, zowel verhuurd als in eigen gebruik. Echter, ‘gebruiken’ en ‘in gebruik nemen’ kan zien op zowel de feitelijke gebruiker (huurder) als de economisch gebruiker (eigenaar/verhuurder).

Handhavingsacties dienen in zijn algemeenheid gericht te worden tegen de [rechts]persoon die het in zijn macht heeft om de overtreding te beëindigen. Dit kan per geval verschillen. Bij een huurrelatie wordt bepalend geacht welke mate van reële zeggenschap de verhuurder/eigenaar heeft over het treffen van energiebesparende maatregelen aan het gehuurde en of een verplichte medewerking hieraan contractueel afdwingbaar is bij de huurder. Dit zal ook in relatie tot de label-C-plicht relevant zijn.

Anticiperen op de verplichte labelplicht

Bij nieuwe huurovereenkomsten is het raadzaam om over de verantwoordelijkheid voor de label-C-plicht bepalingen op te nemen. Te denken valt aan afspraken over de omvang van de energiebesparende maatregelen, door wie, wanneer en op welke wijze die maatregelen moeten worden uitgevoerd, wie de kosten draagt en wat de gevolgen zijn voor de huurprijs.

Bij lopende huurovereenkomsten kan gedacht worden aan het toevoegen van modelclausules van de Raad voor Onroerende zaken. Hiermee kunnen verhuurder en huurder afspraken maken hoe zij op tijd aan de Label C-verplichting voor kantoren kunnen voldoen. Vaak bevatten huurovereenkomsten een gedoogregeling voor renovatiewerkzaamheden. Deze regeling kan gebruikt worden door de eigenaar/verhuurder om de medewerking van de huurder af te dwingen aan energiebesparende maatregelen. Ook kan zo nodig gebruik worden gemaakt van de wettelijke regeling van dringende werkzaamheden en/of renovatie om tijdig te voldoen aan de label C-plicht.

Kortom, het loont om de komende twee jaar energie te steken in het tijdig ’label-C proof’ maken van de kantoorgebouwen die onder deze labelplicht vallen.

Rik Wevers

Rik Wevers

 

Rutger Boogers
boogers@bgadvocaten.nl